Ontdooi het vlees langzaam in de koelkast. Het voorkomt vochtverlies. Laat het vlees voor het gebruik op de keukentemperatuur komen (2 uur van tevoren uit de koelkast halen).
Gebruik een pan met een dikke bodem. Het stuk vlees moet er liefst precies in passen.
Bij te grote pannen loopt u het gevaar dat het braadvet verbrand.
Bestrooi het vlees pas na het dichtschroeien met zout en kruiden.
Zout onttrekt namelijk vocht uit het vlees.
Gebruik kruiden of andere smaakmakers met mate. Ze kunnen de fijne smaak van het vlees gauw teniet doen. Prik tijdens het braden niet in het vlees want hierdoor verliest het vocht.
Indien er, na het aanbraden, water wordt toegevoegd, gebruik dan altijd warm water. Toevoeging van koude vloeistoffen bevorderen de malsheid van het vlees niet.
Laat het vlees na het bereiden, bij voorkeur in een verwarmde oven, rusten. De rusttijd is afhankelijk van de grootte: 5 minuten voor een biefstukje en 30 minuten voor een stuk vlees van 750 gram is voldoende.